Oorzaak AATD

 

Bij AATD is er sprake van een erfelijke aandoening en deze aandoening heeft dus een genetische oorzaak. In het geval van AATD, is er een afwijking (mutatie) in het gen voor alfa-1-antitrypsine. Er zijn meer dan 20 verschillende soorten mutaties van dit gen. De belangrijkste worden hier besproken:

De Z-mutatie

Het chromosoom van een individu bevat twee “Z afwijkingen” (ook wel homozygoot afwijkend genoemd, Z/Z mutatie). Bij deze mutatie is er dan sprake van een ernstige afwijking in de lever. Het eiwit alfa-1-antitrypsine wordt dan wel gevormd in de levercellen, maar door het afwijkend Z gen klontert het eiwit in de levercellen en kan dan moeilijk in het bloed worden uitgescheiden. Hierdoor ontstaat een te laag gehalte aan alfa-1-antitrypsine in het bloed, meestal rond de 0,2 gr/L (normaal is rond de 1,2 gr/L). Door het klonteren van het alfa-1-antitrypsine wordt de lever ziek.

De Null-mutatie

Het chromosoom van een individu bevat twee “Null afwijkingen” (homozygoot afwijkend, Null/Null mutatie). In dit geval wordt er in de lever helemaal geen alfa-1-antitrypsine gevormd. Er vindt daarom geen klontering in de lever plaats zoals bij het Z type hierboven beschreven en de lever wordt dus ook niet ziek. Het bloed zal helemaal geen alfa-1-antitrypsine bevatten. De Null afwijking is nog veel zeldzamer dan de Z afwijking.

Z/Null-mutatie

Er kan ook een Z/Null gen afwijking aanwezig zijn en dan wordt vaak een bloed gehalte tussen de 0,05 en 0,1 gr/L alfa-1-antitrypsine gevonden.

 Een lijst met alle mutaties vindt u hier.

Als er reden is om te denken aan AATD, dan kan een tekort aan alfa-1-antitrypsine eenvoudig in het bloed worden gemeten. Om erachter te komen welke mutatie een individu dan heeft, wordt er verder genetisch onderzoek gedaan. Zie het kopje “Nationaal expertisecentrum” voor meer informatie.