Opleiding tot longarts

Op de afdeling Longziekten worden artsen opgeleid tot longarts. De training bestaat uit een vooropleiding van twee jaar interne geneeskunde en daarna vier jaar van longziekten.

De training bestaat uit een aantal modules met een tijdsduur variërende van 3 tot 12 maanden. Deze omvatten de zorg voor pulmonale patiënten op de verpleegafdeling, de polikliniek en de specifieke zorg voor patiënten met longkanker, obstructieve en interstitiële longziekten.

De inhoud van de training is verdeeld in verschillende thema’s, zoals tuberculose en longkanker waarbij opleidingsassistenten wisselende bekwaamheid in deze thema’s moeten bereiken. De opleidingsmodules en focus op de thema’s moeten er ook voor zorgen dat de longartsen in opleiding aan het einde van hun opleiding ten minste 90% van de gedefinieerde bevoegdheden bereiken die samen het palet van de longziekten omvatten (90% van de proefpersonen op niveau 4 en 5).

Bovendien, ontwikkelen longartsen in opleiding specifieke vaardigheden, zoals het uitvoeren van een bronchoscopie, thoracoscopie en diverse longfunctie onderzoeken, alsmede de beoordeling van beeldvormend onderzoek (X-thorax en CT-scan van de thorax).