Wolff-Parkinson-White syndroom (WPW syndroom)

Bij het Wolff-Parkinson-White syndroom is er naast de AV-knoop een extra prikkelverbinding tussen de boezem en kamer. Dit syndroom komt bij 0,15 – 0,25% van de bevolking voor. Bij het WPW-syndroom kunnen elektrische prikkels via de AV-knoop en de extra verbinding in cirkels rond gaan draaien, waardoor boezems en kamers snel en tegelijk samenknijpen.

Als er naast het WPW syndroom ook boezemfibrilleren optreedt, kan dit gevaarlijk zijn. Dit komt omdat het boezemfibrilleren met hoge snelheid doorgegeven kan worden aan de kamers via de extra prikkelverbinding. De extra prikkelverbinding vertraagt de elektrische prikkels niet en dit doet de AV-knoop wel.

Wat zijn de symptomen?

De ritmestoornis begint plotseling en kan ook plotsteling weer verdwijnen. Tijdens de hartritmestoornis ervaart u hartkloppingen. De hartslag is zeer snel en regelmatig. Soms gaat het gepaard met duizeligheid. Opvallend is het kloppen van de aders in de hals (kikkerfenomeen).

Deze ritmestoornis kan vanzelf over gaan. Een AVRT kan ook gestopt worden door bepaalde handelingen uit te voeren. Dit zijn handelingen die de AV-knoop beïnvloeden (“vagale manoeuvres”). Voorbeelden van deze handelingen zijn persen, hoesten, adem inhouden, oogbol-massage, drukken op een van de halsslagaders in de hals en uw hoofd in koud water dompelen. 

Wat is de oorzaak?

Elektrische cirkel

Bij het WPW syndroom bestaat er, naast de AV-knoop, een extra verbinding tussen boezem en kamer. Deze verbinding heet de bundel van Kent en bestaat uit een kleine spierbundel. Over deze bundel wordt de elektrische prikkel vanuit de boezem sneller doorgegeven aan de hartkamer dan via de AV-knoop (dit noemt men pre-excitatie). Op het ECG kan dit zichtbaar zijn.

Tijdens het optreden van de cirkelritmestoornis lopen de elektrische prikkels via de extra prikkelverbinding en de hartkamer terug naar de AV-knoop en de boezem. Ook kan de prikkelgeleiding de andere kant op lopen. Door deze elektrische rondgang (cirkel) worden boezems en kamers in een hoge frequentie geprikkeld. En ontstaat er een regelmatige, snelle hartslag.

Een te snel ritme in de boezem kan via de bundel van Kent onvertraagd worden doorgegeven aan de hartkamers. Een ritmestoornis in de boezems kan hierdoor leiden tot kamerfibrilleren, een levensgevaarlijke ritmestoornis waarbij het hart geen bloed meer rondpompt.

Diagnose / Onderzoek

Het WPW syndroom is met een ECG vast te stellen. Soms is een elektrofysiologisch onderzoek (EFO) nodig om de locatie van de extra verbinding nauwkeurig te kunnen bepalen. Dit onderzoek wordt dan voor een ablatie gedaan.

Behandeling

Bij het Wolff-Parkinson-White syndroom is ablatie de eerste keuze behandeling. Bij een ablatie wordt de extra prikkelverbinding (de bundel van Kent) tussen boezem en kamer weggebrand.

Nazorg

Na een succesvolle ablatie kunt u deze ritmestoornis niet terug krijgen en is een eenmalig polibezoek na de ingreep voldoende.

Afdelingen / poliklinieken

De afdelingen waar u mee te maken kunt krijgen zijn: de Polikliniek Hartziekten in het LUMC (algemeen spreekuur of ritmespreekuur), Cardiologie Centrum Voorschoten, Poliklinisch Centrum Lisse, eventueel de Hartfunctieafdeling, de Hartkatheterisatieafdeling en de Verpleegafdeling Hartziekten