Cardiomyopathie

Cardiomyopathie is een ziekte van de hartspier. Bij cardiomyopathie kan door ziekte van de hartspiercellen de hartspier niet goed ontspannen of samentrekken. Daardoor kan het hart niet goed pompen. Cardiomyopathie is meestal een chronische aandoening en kan leiden tot hartfalen.

Vormen van cardiomyopathie:

  • Hypertrofische cardiomyopathie: een deel van de hartspier is te dik en de hartkamer is te klein;
  • Gedilateerde cardiomyopathie: de hartspier is uitgedijd, heeft een grote inhoud en een relatief dunne wand;
  • Restrictieve cardiomyopathie: de hartspiercellen zijn veranderd in stijf bindweefsel;
  • Rechterventrikeldysplasie: de hartspiercellen van de rechter hartkamer zijn veranderd in bindweefsel of vet.

Wat zijn de symptomen?

In het beginstadium heeft u meestal geen klachten. In latere fasen van de ziekte ontstaan klachten door hartfalen of hartritmestoornissen.

De klachten bij hartfalen zijn vooral:

  • kortademigheid;
  • vocht vasthouden;
  • vermoeidheid;
  • pijn op de borst.

De klachten van hartritmestoornissen kunnen zijn:

  • hartkloppingen;
  • hartbonzen en hartoverslagen;
  • duizeligheid;
  • (neiging tot) bewusteloos raken.

Wat is de oorzaak?

Er zijn veel uiteenlopende oorzaken voor een cardiomyopathie bekend, zoals aangeboren afwijkingen (vaak erfelijk), infecties, stofwisselingsziekten, hormonen, medicijnen, alcoholgebruik en vergiftiging.

Diagnose / onderzoek

Met een ECG, een röntgenonderzoek van de borstkas en echo van het hart kan de diagnose cardiomyopathie worden gesteld.