‘In het nieuwe CVIC kunnen we de zorg voor hartpatiënten nog verder verbeteren’

Vanaf februari 2021 is het nieuwe CardioVasculair Interventie Centrum (CVIC) in het LUMC volledig operationeel. Met de nieuwste innovaties kunnen cardiologen en thoraxchirurgen nog beter samenwerken. “Een enorme vooruitgang voor het Hart-Long centrum”, vertelt cardioloog prof. dr. Katja Zeppenfeld.

 katja.jpg

Het CVIC wordt vanaf oktober dit jaar in verschillende fases opgeleverd. Het centrum gaat in de nabije toekomst deel uitmaken van de innovatieve en duurzame hotfloor, die op de vierde verdieping van het LUMC wordt gerealiseerd. Op deze plek wordt de meest kritische zorg in het LUMC de komende jaren samengebracht. In deze video ziet u hoe het CVIC er straks uit gaat zien.

Cardiologie en de cardiothoracale chirurgie

Katja Zeppenfeld is sinds 2002 actief in het LUMC als specialist op het gebied van hartritmestoornissen. Ze kijkt erg uit naar het nieuwe CVIC, dat na de opening bestaat uit vier Ok’s, twee hybride cathkamers en drie hartcatheterisatiekamers. “Het LUMC is een hoog aangeschreven behandelcentrum voor hartritmestoornissen, uit heel Europa krijgen we patiënten aangeboden. Deze ontvangen we vanaf 2021 in het CVIC.”

“De mogelijkheden in het nieuwe CVIC versterken de onderlinge samenwerking tussen de cardiologie en de thoraxchirurgie”, vervolgt ze. “In de hybride cathkamer zijn bijvoorbeeld alle technische hulpmiddelen aanwezig voor zowel een cardioloog als een thoraxchirurg. Dit is een enorme stap vooruit in de mogelijkheid van complexe behandelingen en ook van patiëntveiligheid.”

Verbeteren patiëntenzorg

De afgelopen jaren hebben cardiologen en de thoraxchirurgen elkaar in het LUMC steeds beter weten te vinden. “Zo heb ik bijvoorbeeld wel eens uren samen met Jerry Braun (Thorax) aan de operatietafel gestaan om een hartritmestoornis bij een patiënt succesvol op te sporen en te behandelen”, vertelt Zeppenfeld. “Dat laat denk ik wel zien dat wij als team een enorme passie hebben voor het optimale resultaat. We willen elkaar echt helpen om de zorg beter te maken.”

Een meer intensievere samenwerking is volgens Zeppenfeld dan ook een mooie kans om de zorg voor hartpatiënten verder te verbeteren. “Met verschillende specialismes kunnen we brainstormen over innovatieve-, veiligere- en effectievere ingrepen. Op basis daarvan kunnen we nieuwe verbeterde behandelplannen opstellen. Omdat we straks in dezelfde ruimtes werken, kijken we ook of het mogelijk is om meerdere behandelingen samen te voegen. Op die manier hoeven patiënten minder vaak naar het ziekenhuis te komen en maken we de zorg gebruiksvriendelijker.”