Transpositie van de grote vaten

Transpositie van de grote vaten is een aangeboren hartafwijking. Bij transpositie van de grote vaten zijn de twee grote lichaamsslagaders, de aorta en de longslagader, op de verkeerde kamer aangesloten: de  longslagader komt uit in de linkerkamer in plaats van de rechterkamer en de aorta is aangesloten op de rechterkamer in plaats van de linkerkamer. Door een transpositie van de grote vaten komt het zuurstof uit de longen niet in het lichaam terecht. Een operatie is nodig om de bloedsomloop te herstellen. 

Er is in dit geval niet een in serie geschakelde longcirculatie en lichaamscirculatie, maar er zijn twee parallelle van elkaar gescheiden circulaties. Dit houdt in dat het zuurstofrijke bloed steeds opnieuw wordt aangeboden aan de longen, terwijl het zuurstofarme bloed steeds opnieuw de lichaamscirculatie in gaat. Kinderen die geboren worden met deze afwijkingen zijn dan ook vaak blauw en meestal wordt de afwijking in de eerste levensweken ontdekt. Een operatie is nodig om de bloedvaten te corrigeren. 

Behandeling

Om de normale bloedsomloop te herstellen, krijgen de meeste patiënten een operatie waarbij de vaten door de chirurg worden omgedraaid, de zogenaamde arteriële switch operatie. De oorspronkelijke aortaklep wordt dan de longslagaderklep, en de oorspronkelijke longslagaderkep wordt aortaklep. Bij deze operatie worden ook de kransslagaderen, die uit de aorta horen te komen, opnieuw geïmplanteerd, in de nieuwe aorta.

Na de operatie wordt uw kind op de polikliniek Hartziekten gecontroleerd. De cardioloog zal door middel van een echocardiografisch onderzoek, een CT scan of een MRI onderzoek het hart en de grote vaten en de kransslagaderen zo nodig in beeld kunnen brengen.