Kamerritmestoornissen

Kamerritmestoornissen vinden hun oorsprong in de kamers van het hart. We maken een onderscheid tussen overslagen, kamertachycardie en kamerfibrilleren. Bij de kamertachycardie en -fibrilleren is er sprake van een snel hartritme. Deze kunnen levensbedreigend zijn.

Kameroverslagen
Overslagen zijn extra hartslagen met een oorsprong in de kamers. Dit zijn vaak enkele, individuele slagen die kort het normale hartritme onderbreken. Overslagen kunnen ontstaan in een gezond hart. Als ze bijzonder vaak optreden kan het leiden tot klachten door onregelmatigheid van de hartslag. In veruit de meeste gevallen zijn overslagen ongevaarlijk.

Kamertachycardie
Een kamertachycardie is een ritmestoornis waarbij het hartritme vanuit de kamer gevormd wordt, onafhankelijk van het ritme in de boezem. Het ritme is vaak zeer snel en regelmatig. Afhankelijk van de hartfrequentie en conditie van het hart kan een kamertachycardie zich uiten in een voelbare snelle hartslag en leiden tot flauwvallen als de bloeddruk hierbij wegvalt. Een kamertachycardie kan overgaan in kamerfibrilleren.

Kamerfibrilleren
Kamerfibrilleren wordt gekenmerkt door zwakke, snelle en onregelmatige elektrische prikkelgeleiding van de hartkamers. Er is geen duidelijk hartritme meer aanwezig. Bij kamerfibrilleren knijpt de kamer nauwelijks meer samen, komt de bloedsomloop tot stilstand en is er sprake van een hartstilstand . 

Wat is de oorzaak?

Kamerritmestoornissen hebben meerdere mogelijke oorzaken. Belangrijk zijn aandoeningen van de kransslagaders van het hart waarbij zuurstoftekort of een hartinfarct ontstaat. Hiernaast kan littekenweefsel in het hart een oorzaak zijn van kamerritmestoornissen. Verder kan er een aangeboren afwijking van hart kamerfibrilleren veroorzaken. Het kan ook voorkomen dat kamerritmestoornissen ontstaan in een normaal, niet afwijkend hart.

Diagnose / onderzoek

Kamertachycardie en fibrilleren kunnen levensbedreigend zijn. Het vaststellen van de aanwezigheid van een de ritmestoornis is belangrijk. Op grond van de klachten en het lichamelijk onderzoek is vaak al snel duidelijk wat er aan de hand is. Met een hartmonitor of een ECG is het hartritme te zien en kan de ritmestoornis worden gediagnosticeerd.

Aanvullend onderzoek
Wanneer de kamerritmestoornis behandeld en gestopt is, zal er uitgebreid onderzoek verricht worden naar een onderliggende oorzaak. Er zal onder meer een echo van het hart gemaakt worden. Mede afhankelijk van de eerste bevindingen zal aanvullend onderzoek gedaan worden, zoals een hartkatheterisatie, een MRI scanen/of een elektrofysiologisch onderzoek. Ook kan onderzoek naar aangeboren afwijkingen verricht worden.

Behandeling

Bij kamerfibrilleren is snelle behandeling van levensbelang. Bij een hartstilstand moet onmiddellijk worden gestart met reanimatie. Met behulp van een defibrillator kan het hartritme met een elektrische schok hersteld worden. Tegenwoordig is op steeds meer plaatsen een AED (automatische externe defibrillator) aanwezig.

Bij een kamertachycardie kan als de bloeddruk afdoende is eerst met medicijnen worden geprobeerd het ritme rustiger en weer normaal te laten worden.

Als het ritme is hersteld, is behandeling van de oorzaak de volgende stap. Medicijnen kunnen er daarnaast voor zorgen dat er niet opnieuw een kamerritmestoornis optreedt.

Afhankelijk van de oorzaak en het risico op herhaling van de kamerritmestoornis kan besloten worden een implanteerbare defibrillator (ICD) te implanteren om toekomstige ritmestoornissen snel te stoppen.

In specifieke gevallen kan een katheterablatie worden verricht om herhaling van de kamerritmestoornis te voorkomen.