Willem Einthoven

Willem Einthoven had een lange carriere als hoogleraar aan de Universiteit van Leiden, van 1886 tot zijn dood in 1927. Hij was een fysioloog met grote klinische interesse. Zijn ultieme doel van de fysiologie was om ziektes te kunnen begrijpen en patienten zo te kunnen te genezen. 

ZIjn belangrijkste wetenschappelijke interesses lagen op het gebied van de natuurkunde. Zijn belangrijkste wetenschappelijke bijdragen waren gerelateerd aan de introductie van natuurkundige methodes en concepten die van belang konden zijn voor de geneeskunde. Tegelijkertijd besefte hij dat het mogelijk klinische belang van wetenschappelijk onderzoek alleen kon worden vastgesteld na lang onderzoek en experimenteren.

In 1906 schreef hij het beroemde artikel "Le telecardiogramme" (het telecardiogram), waarin hij stelde: "Wij moeten eerst proberen om de werking van het hart tot in detail te begrijpen, en de oorzaak van de verscheidenheid aan afwijkingen. Op die manier kunnen wij, in de verre toekomst, en gebaseerd op goed inzicht en verbeterde kennis, het lijden van onze patienten verlichten". Deze gedenkwaardige woorden hebben niets van hun betekenis verloren, en verdienen serieuze overweging in het licht van de steeds grotere druk om vroege resultaten te publiceren. 

In de eerste fase van zijn carriere deed Einthoven onderzoek op het gebied van oogheelkunde en ademhaling. Later beperkte hij zich bijna helemaal tot de elektrische verschijnselen in fysiologie, in het bijzonder die gerelateerd aan de werking van het hart. Om de elektrische stromen van het hart te registreren gebruikte hij eerst de "Lippmann electrometer", net als zijn collega Waller voor hem deed. Ondanks verbeteringen die Einthoven aanbracht aan de apparatuur en in de berekeningen was hij niet tevreden over de uiteindelijke nauwkeurigheid. Daarop ontwikkelde hij in 1901 de "snaargalvanometer". Met dit apparaat wist Einthoven bijna perfecte metingen te verkrijgen, die met de huidige elektronische electrocardiograaf nauwelijks verbeterd kunnen worden.

Tegenwoordig is het electrocardiogram (ECG) de meest gebruikte diagnostische methodiek bij patienten met problemen aan het hart. Het is nauwelijks voor te stellen dat Einthoven, zoals hij zelf eens zei, nog moest bewijzen dat afwijkingen aan het hart herkend konden worden aan de hand van het ECG. En naast de ontwikkeling van een instrument waarmee voor het eerst nauwkeurige opnames gemaakt konden worden van het ECG, heeft hij ook een standaard ontwikkeld voor het beschrijven van de verschillende fases in het ECG: de P, Q, R, S en T golf. Het belang hiervan voor de ontwikkeling van het diagnostiek door middel van het electrocardiogram kan nauwelijks worden overschat.

Wegens zijn grote verdiensten op het gebied van het meten en begrijpen van het ECG ontving Einthoven op 23 oktober 1924 de Nobelprijs voor de Fysiologie en Geneeskunde. Het is typerend voor zijn bescheidenheid dat hij in de toespraak bij de uitreiking van de prijs zei dat de ontwikkeling van het ECG alleen mogelijk was geweest door de inspanningen van vele anderen in dit veld, waarbij hij speciaal zijn Engelse vriend, Thomas Lewis vermeldde.

 

Historische foto's

De foto's en de beschrijving komen uit het boek van prof. Herman Snellen (zie 'Geschiedenis van het Hart Long Centrum') over Willem Einthoven. De nummers verwijzen naar de nummers van de fugeren in het boek.


 

snellen fig2 300dpi w400H284
Figuur 2. Voorkant van het Fysiologisch Laboratorium in Leiden (omstreeks 1920) met de uitbouw voor de elektrische installatie aan de rechterkant.
 snellen fig4 300dpi w400h544
 
Figuur 4. Illustratie van 3 opeenvolgende episodes van de ontwikkeling an het electrocardiogram:
1) Waller 1887. t=tijd, h=externe pulsaties van het hart (cardiogram genoemd) , e=elektrische hart actie, met 2 negatieve pieken.
2) Registratie door Einthoven, gepubliceerd in 1902, gemeten met de electrometer van  Lippman. Vier pieken (ABCD) zijn te zien, positief vanwege de omgekeerde elektroden aansluiting. De tijdschaal is in 0.1 seconde. Daaronder hetzelfde signaal, maar dan wiskundig gecorrigeerd. De vier pieken in het gecorrigeerde signaal worden nu PQRST genoemd.
3) Een van de eerste ECG registraties met de snaargalvanometer, zoals gepubliceerd in 1902 en 1903.
 snellen fig7 300dpi w400h276
 Figuur 7. De snaargalvanometer (zoals te zien in het Boerhaave museum). De lange kant van de magneet zijn bedekt met de windingen van de buis voor de water koeling.
snellen fig8a 1902 300dpi w400h531
Figuur 8. Een patient in het Academisch ziekenhuis, bij wie het 'telecardiogram' wordt opgenomen via de snaargalvanometer in het Fysiologisch laboratorium. Zijn handen zitten in grote bekers met zout oplossing (NaCl). De verbinding met het Fysiologisch laboratorium gaat via telefoonlijnen van de stad Leiden. 
 snellen fig10 w400
Figuur 10. Willem Einthoven als rector van de Universiteit Leiden (1906).
 snellen fig12 1920 R 300dpi w400
Figuur 12. Einthoven met zijn medewerkers in het Fysiologisch laboratorium (begin jaren 1920).
 snellen fig13 300dpi rot w400
Figuur 13. Willem Einthoven en zijn vrouw in 1924. Achter hen staat de zus van mevrouw Einthoven, mw. de Voogd, die hen vergezelde op een reis naar de Verenigde Staten. 
 snellen fig15 w signature 600dpi w400
Figuur 15. Een van de laatste foto's van Einthoven. Onderaan de foto is de handtekening van EInthoven te zien.
 snellen fig16 300dpi w400  
Figuur 16. Het graf van Willem Einthoven, zijn vrouw, en hun zoon. Aan beide kanten zijn graven van familieleden van mevrouw Einthoven.
Er achter is de Groene Kerk in Oegstgeest te zien. De kerk is gebouwd op de plek van een houten kapel die volgens de overleveringen ingewijd is door St. Willibrord in de 8e eeuw. De kerk is gebouwd in de 11e eeuw; daarna verloren gegaan in de Spaanse oorlog, maar herbouwd in de 17e eeuw op de oude fundering.
 snellen fig18 1916 300dpi w400  
Figuur 18. Wetenschappelijke collega's van Einthoven in zijn laboratorium tijdens de 1e wereldoorlog (waarschijnlijk in 1916 of 1917). 
Staande van links naar rechts: W.F. Einthoven (zijn zoon), Hugenholtz (later huisarts in Leiden), Waar (later huisarts in Den Haag), Flohil, Bijtel. Zittend: Willem Einthoven (links) en Bergansius (natuurkundige).