Daniël Pijnappels benoemd tot hoogleraar Cellulaire Elektrofysiologie

Daniël Pijnappels is per 1 maart 2022 benoemd tot hoogleraar Cellulaire Elektrofysiologie met een speciale focus op translationele interdisciplinaire cardiologie. Pijnappels zal zich gaan richten op het creëren van nieuwe biologie, en de integratie ervan met nieuwe technologieën, om zo tot een beter begrip te komen van hartziekten, in het bijzonder hartschade- en ritmestoornissen, ter verbetering van de behandeling daarvan.

Hoofd laboratorium Experimentele Cardiologie 

Pijnappels is gespecialiseerd in de elektrofysiologie van het hart, hartritmestoornissen en regeneratieve geneeskunde. In 2011 werd hij hoofd van het toenmalige laboratorium Cardiobiochemie, waarbij onder zijn leiding het laboratorium Experimentele Cardiologie werd gevormd om daarmee een interdisciplinaire onderzoeks- en opleidingsomgeving te creëren met een translationele focus. Het combineren van verschillende disciplines kwam voort uit het interdisciplinaire karakter van hartziekten dat in veel gevallen een verzameling is van biologische, natuurkundige, engineering en geneeskundige problemen, vooral als het gaat om hartschade- en ritmestoornissen. Door de jaren heen is het lab een tijdelijk huis geweest voor vele studenten en onderzoekers (van meer dan 15 verschillende nationaliteiten) en hebben de subsidies, publicaties, prijzen en interesse vanuit media bijgedragen aan de reputatie van een creatief, relevant en divers centrum binnen de muren van het LUMC.

Benoeming tot hoogleraar Cellulaire Elektrofysiologie 

Ruim 10 jaar nadat Pijnappels hoofd van het laboratorium werd, is hij op 1 maart 2022 benoemd tot hoogleraar. Hij wil zijn leerstoel onder andere inzetten om het interdisciplinaire en translationele karakter van cardiovasculair onderzoek verder te verstevigen door bijvoorbeeld de samenwerking tussen biologen, artsen, chemici, natuurkundigen en engineers te bevorderen. Zo streeft hij naar het opzetten van een officieel PhD promotieprogramma tussen het LUMC en de Technische Universiteit Delft. Het zogenaamd humaniseren van preklinisch onderzoek, om zo de translatie van nieuwe inzichten en methoden naar de kliniek te bevorderen, is eveneens een belangrijk doel. Hierbij spelen humane computer- en weefselmodellen een belangrijke rol.

Concreet qua onderzoek zal de focus de aankomende jaren voornamelijk komen te liggen op ontwikkelen van geavanceerde humane modellen van hartschade en ritmestoornissen om (re)generatieve therapeutische strategieën te ontwikkelen die het hart zélf in staat stellen het weefsel en ritme te herstellen. Dit concept noemt hij het “self-healing heart”, waarbij in de verre toekomst het hart deze processen op intelligente wijze ook zélf zou moeten creëren en aanpassen om het “smart heart” concept te realiseren.