Pleurapunctie

Vocht in de pleuraholte (holte tussen de longvliezen) kan de long in verdrukking brengen en daardoor benauwheid veroorzaken. Bij een pleurapunctie wordt vocht verwijderd uit de pleuraholte, waardoor de klachten van de vochtophoping kunnen verminderen. Tevens kan het verkregen vocht nader onderzocht worden.

Voorbereiding

Voor een pleurapunctie hoeft u niet nuchter te zijn. Het gebruik van bloedverdunnende middelen, zoals acenocoumarol (Sintromittis®), fenprocoumon (Marcoumar®), Plavix® of carbasalaatcalcium (Ascal) moet van tevoren aan de arts worden gemeld. Nadat u uw bovenkleding hebt uitgetrokken, wordt de huid gedesinfecteerd. Een injectie met een dunne naald verdooft de huid en het longvlies. Dit voelt aan als een gewone 'bloedprik'. Wanneer veel vocht verwijderd moet worden, kan de arts een kleine katheter (een dun slangetje) inbrengen om het vocht af te voeren. Indien nodig wordt eerst een echografisch onderzoek verricht om het vocht te kunnen lokaliseren.

Behandeling

De pleurapunctie vindt plaats terwijl u op een bed of onderzoektafel ligt of zit. De longarts zit meestal aan de rugzijde en brengt een naald in tussen twee ribben, tot in de holte tussen de twee longvliezen (de pleuraholte). Op de punctienaald zit een spuit die het vocht opzuigt. Het afgenomen pleuravocht wordt, zonodig, opgestuurd voor onderzoek. De ingreep duurt ongeveer 15 minuten (soms wat langer als de arts langzaam veel vocht moet opzuigen bij een ontlastende punctie).

pleurapunctie2

Op het wondje wordt een pleister gedaan. Het is verstandig om een half uur na het onderzoek rustig aan te doen. Soms laat de arts nog röntgenfoto's maken om het effect van de pleurapunctie goed te kunnen beoordelen.

Risico's en complicaties

Complicaties tijdens een pleurapunctie komen niet vaak voor. Soms ontstaat plotseling een lage bloeddruk en een langzame hartslag. Het onderzoek wordt dan onderbroken. Over het algemeen kan men vervolgens na enkele uren zonder problemen het onderzoek herhalen. Wanneer een grote hoeveelheid vocht is weggehaald, kan een longoedeem (vochtophoping) ontstaan op een andere plaats in de long. Dit oedeem verdwijnt normaal gesproken vanzelf binnen drie tot vier dagen. Soms voelt de schouder wat pijnlijk aan als er vocht uit de pleuraholte wordt gezogen.