Percutane aortaklepvervanging/TAVI

Wat is een percutane aortaklepvervanging (TAVI)?

Als er sprake is van een ernstige aortaklepstenose dan kan er een indicatie zijn om de aortaklep te vervangen. Normaal gesproken gebeurt dat met een open hart operatie waarbij de chirurg de eigen aortaklep verwijderd en hier een nieuwe hartklep (biologische of mechanische klep) voor in de plaats zet.

Als u al op leeftijd bent of u hebt andere aandoeningen waardoor een open hart operatie voor u te risicovol is, dan is er ook een mogelijkheid om een nieuwe aortaklep te implanteren via de lies, dit noemen we een TAVI. Een TAVI klep is een biologische klep die vastgemaakt zit in een stent. Deze klep en stent zitten samen opgevouwen in een katheter en worden via het bloedvat in de lies op hun plek gebracht. De eigen klep wordt dan opzij geduwd en de TAVI klep wordt uitgevouwen en tegen de wand aangeduwd zodat de klep goed blijft zitten.

 Op dit moment wordt een TAVI alleen vergoed door de zorgverzekeraar bij een leeftijd > 80 jaar of er echt aangetoond een te hoog operatief risico is. Hiervoor zijn 2 redenen, ten eerste is de levensduur van de TAVI klep nog niet goed bekend omdat dit tot nu toe alleen nog in oudere mensen is gebruikt. Vermoedelijk is de levensduur van een TAVI klep ongeveer hetzelfde als van een biologische klep die via een open hart operatie wordt geïmplanteerd (~15 jaar), maar of dat echt zo is moet nog blijken. Ten tweede is de implantatie van een TAVI klep een stuk duurder dan een klepvervanging via een open hart operatie en dit zorgt ervoor dat de zorgverzekeraar dit alleen vergoedt als een open hart operatie niet mogelijk is. 

Waarom doen we deze behandeling?

De behandeling wordt gedaan als er sprake is van een ernstige aortaklepstenose en u daar ook klachten van hebt. Het doel is om deze klachten te verminderen en de prognose te verbeteren. Als er niks gedaan wordt met een ernstige aortaklepstenose, dan zal de klep verder gaan vernauwen in de toekomst tot het moment dat de klep helemaal niet meer open gaat.

Voorbereiding

Allereerst wordt door middel van een echo van het hart vastgesteld of er sprake is van een ernstige aortaklepstenose en of er klachten zijn die daarbij horen. In dat geval bestaat er vermoedelijk een indicatie voor een aortaklepvervanging. Vervolgens wordt bekeken of het voor u het beste is om dit via een open hart operatie te laten plaatsvinden of dat er redenen zijn om dit middels een TAVI te doen. Dit wordt besproken in teamverband waarbij de cardioloog en de cardiothoracaal chirurg samen de voor- en nadelen van beide opties afwegen en met een advies komen. Als u in aanmerking komt voor een TAVI en u bent akkoord met de ingreep, dan moeten vervolgens nog enkele aanvullende voorbereidende onderzoeken plaatsvinden. Dit betreft in elk geval een hartkatheterisatie en een CT-scan. Soms krijgt u ook nog een consult bij de geriater. Dit is een medisch specialist die gespecialiseerd is in ouderengeneeskunde en die u en de cardioloog kan helpen beslissen of een TAVI voor u de beste behandeling is.

U wordt nadien uitgenodigd op de polikliniek bij de cardioloog en/of de verpleegkundig specialist waarbij met u besproken wordt of het technisch mogelijk is om bij u een TAVI te implanteren en hoe dit in z’n werk gaat.

U wordt de dag voorafgaand of de dag zelf opgenomen op de verpleegafdeling hartziekten. Op de dag van de behandeling moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u ten minste 6 uur voor de ingreep niets hebt gegeten of gedronken. U kunt uw medicijnen innemen zoals u dat gewend bent. Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, zoals de antistollingsmiddelen Marcoumar of Acenocoumarol, wordt de trombosedienst op de hoogte gesteld van uw opname in het ziekenhuis.

De behandeling

Hoe gaat de behandeling in zijn werk?

De implantatie van een TAVI vindt plaats op de hartkatheterisatiekamer. U ligt op een smalle behandeltafel en wordt, vanwege het steriel werken voor een deel afgedekt met een laken. De procedure gebeurt onder lokale verdoving, u blijft verder bij bewustzijn. Er is continu een verpleegkundige bij u die u in de gaten houdt en die uw vragen kan beantwoorden. Als u pijn heeft of kortademig bent, dan kan de verpleegkundige u zo nodig medicatie of zuurstof toedienen.

De lies (soms beide liezen) wordt verdoofd en er wordt een buisje ingebracht in de ader en 2 in de slagader. Via de buisjes kunnen slangetjes naar het hart worden opgevoerd en kan ook de klep naar het hart worden gebracht. De klep zit opgevouwen in een stent en wordt op de juiste plaats, waar de oude verkalkte klep zit, uitgevouwen door een ballonnetje in de stent op te blazen. Om ervoor te zorgen dat de klep goed kan ontplooien en niet meteen door het hart weggepompt wordt, wordt de plaatsing van de klep gedaan terwijl uw hartslag versneld wordt. Dit gebeurt door het hart snel te pacen met een tijdelijke pacemaker. Hierdoor daalt de bloeddruk. U kunt dit merken doordat u wat licht in het hoofd wordt of zelfs even wegvalt. Dit is maar van korte duur. Zodra de klep op z’n plek zit, wordt er gestopt met pacen en trekt de bloeddruk weer bij. Met röntgenstraling worden de vorderingen in beeld gebracht.

Als de klep eenmaal zit, dan wordt er met een uitwendige echo gekeken of deze op de juiste plek zit en goed opent. Tevens wordt gekeken of er niet teveel lekkage langs de klep is. Een klein beetje lekkage is niet erg en komt vaak voor. Dit komt omdat de TAVI-klep rond is, maar de basis van de eigen klep enigzins ovaal. Als er nog een belangrijke lekkage langs de klep is, kan het nodig zijn om de TAVI nog extra aan te duwen. Dit gebeurt door opnieuw een ballon op te blazen.  

Soms is het niet mogelijk om de klep via de liesvaten te plaatsen. Als alternatief kan dan de slagader die onder het sleutelbeen loopt gebruikt worden. Een heel enkele keer wordt een transapicale benadering gekozen. Hierbij wordt een kleine snede tussen de ribben gemaakt bij de punt van het hart. Via deze weg wordt via de hartpunt de klep ingebracht en op de juiste plek geplaatst. Dit gaat wel gepaard met een langduriger herstel en wordt daarom alleen gedaan als er geen andere optie is.

Waar moet u op letten direct na de behandeling?

Als de behandeling klaar is, worden de buisjes uit de lies verwijderd. Hierna wordt het bloedvat dichtgedrukt en wordt een drukverband aangebracht om het bloeden te stoppen. Het drukverband blijft een aantal uur zitten om te zorgen dat het bloedvat goed kan genezen. U dient in die tijd op uw rug te blijven liggen. U gaat na de behandeling terug naar de verpleegafdeling hartziekten. Als het drukverband eraf mag, komt de zaalarts controleren of de bloeding gestopt is. Daarna mag u weer wat rondlopen over de afdeling. U blijft ten minste 1 nachtje slapen waarbij uw hartritme continu gemonitord wordt. De volgende dag worden er nog enkele onderzoeken gedaan. Dit betreft minimaal een ECG en een echo. De zaalarts komt controleren of het goed met u gaat. Als alle onderzoeken in orde zijn, dan mag u de dag na de ingreep naar huis. Als u naar huis gaat moet u, om te zorgen dat het bloedvat goed herstelt, een aantal dagen het been zo min mogelijk belasten. U mag de eerste twee weken niet sporten, een aantal dagen niet autorijden en ook niet zwaar tillen.

Nazorg

U mag meestal de dag na de TAVI alweer naar huis, mits alles goed is gegaan. U komt in het eerste jaar meerdere keren voor controle, daarna zijn de controles in principe jaarlijks. 

Behandelteam

Het behandelteam bestaat uit een cardioloog en een cardiothoracaal chirurg. Daarnaast is er een belangrijke rol voor de verpleegkundig specialist die u nauwkeurig controleert rondom de TAVI. Soms krijgt u ook nog een consult bij de geriater vooraf om een betere afweging te kunnen maken of een TAVI echt een geschikte behandeling voor u is.

VIDEO’S