Holter-ECG

Met een holter-ECG wordt uw hartritme gedurende een (langere) periode van 24 tot 48 uur geregistreerd door middel van een ECG (een hartfilmpje). De cardioloog zal dit onderzoek aanvragen wanneer uw hartritmestoornis zich bijvoorbeeld minder vaak voordoet of wanneer een hartritme uitgebreider in beeld gebracht moet worden. 

De cardioloog besluit of er een 24 uurs- of 48 uurs-ECG zal worden gemaakt. Dit zal vooraf met u worden besproken. De keuze voor beide mogelijkheden hangt onder andere af van de frequentie van de hartritmestoornissen. Tijdens het onderzoek moet u een dagboek bijhouden. Aan de hand van het geregistreerde ECG en het dagboek dat u bijhoudt kan de cardioloog een verband leggen tussen eventuele afwijkingen en de klachten die u heeft.

Voorbereiding

Er zijn geen specifieke voorbereidingen voor dit onderzoek vereist. Nadat de apparatuur is aangesloten, kunt u naar huis. Het holteronderzoek duurt 24 of 48 uur. Houdt u er echter rekening mee dat u gedurende de registratie niet mag douchen of baden. 

Het onderzoek

De hartfunctielaborant plakt, net als bij een regulier ECG, een aantal plakkers op uw borst waaraan kabels zijn bevestigd. Deze draden worden aangesloten op een kastje, dat met een riem aan uw middel wordt bevestigd. In principe houdt u de riem de gehele periode om.

Het holterkastje heeft het formaat van een stevige creditcardhouder. Voordat u naar huis gaat, krijgt u een dagboek mee. Hierin schrijft u op wat u tijdens het dragen van het holterkastje doet. Zo kan de cardioloog mogelijke verbanden leggen tussen uw activiteiten en uw klachten. De volgende dag kunt u het kastje en de kabels weer bij ons inleveren of per post opsturen. 

Na het onderzoek 

Na het aanbrengen van de ECG-plakkers en het holterkastje kunt u gewoon naar huis. U kunt mogelijk wat hinder ondervinden van het kastje en de draden. Wanneer u het vervelend vindt dat mensen u met een kastje zien lopen, dan kunt u overwegen wat wijdere kleding te dragen. U mag tijdens het onderzoek niet baden of douchen.