Echocardiografie

Wat is een echocardiografie?

Een echo geeft de cardioloog veel informatie over de werking van uw hart. Zowel de bouw, de vorm, de pompfunctie van het hart en de werking van de hartkleppen en bloedstromen worden met een echocardiografisch onderzoek in beeld gebracht.

Een echocardiografie is een veilige en onschadelijke manier om de werking van uw hart in beeld te brengen. Een echo werkt met geluidsgolven. De echolaborant plaatst een transducer op uw huid. Deze transducer verzendt en ontvangt geluidsgolven. De transducer is verbonden met een computer die de geluidsgolven vertaalt naar beelden op een monitor. Deze beelden zijn tweedimensionaal en zwart-wit beeld. Sommige weefsels en structuren laten meer geluidsgolven door dan andere weefsels. Hierdoor zijn er verschillende tinten zwart, wit en grijs op het scherm te zien.

De dopplertechniek wordt gebruikt om de stroomsnelheid van uw bloed te meten. Met kleur kan de echolaborant zien welke richting het bloed op stroomt. De bloedlichaampjes weerkaatsen de geluidsgolven en afhankelijk van de stroomsnelheid wordt dit in een hoger of lager geluid omgezet. Hoe meer golven, hoe hoger de toon. Uit de toonhoogte wordt de snelheid en de richting van de bloedstroom afgeleid. Deze geluiden maken dus deel uit van het onderzoek.

Voorbereiding

U hoeft voorafgaand aan dit onderzoek niets anders te doen dan dat u normaal doet. U neemt uw medicijnen dan ook in zoals u gewend bent, tenzij uw cardioloog iets anders met u heeft afgesproken.

Voor het onderzoek zal de laborant u vragen uw bovenlijf te ontbloten. Er worden een aantal ECG-stickers op uw borst geplakt. Hierdoor kan uw hartritme worden gemeten. Daarna kunt u voor het onderzoek op de behandeltafel gaan liggen.

Wanneer er gebruik wordt gemaakt van contrastvloeistoffen, krijgt u ook een infuusnaaldje. Wanneer dit het geval is, zal dit vooraf met u worden besproken.

Het is handig om makkelijk zittende kleding aan te trekken.

Het onderzoek

Hoe gaat het onderzoek in zijn werk?

Er zijn twee manieren om een echo van het hart te maken:

Uitwendige echo
De bekendste en meest gebruikte methode is de uitwendige echo. In medische termen wordt dit onderzoek een transthoracale echocardiografie, TTE, genoemd. De echolaborant zal u vragen op uw linkerzij te gaan liggen. In deze houding kan uw hart beter in beeld worden gebracht. Er wordt wat gel op uw borstkast gedaan, waardoor de transducer gemakkelijker over uw borstkast kan schuiven. Het onderzoek is niet pijnlijk, maar soms moet de transducer stevig op de huid gedrukt worden om de dieper gelegen bloedvaten in beeld te krijgen. Ook kunt u wat trillingen voelen die de door de transducer worden veroorzaakt. Het onderzoek duurt 30 tot 45 minuten.

Inwendige echo / slokdarmecho
In bepaalde gevallen kan er voor een inwendige of slokdarmecho worden gekozen, bijvoorbeeld wanneer bij de uitwendige echo het hart niet goed in beeld kan worden gebracht. Het bereik van de geluidsgolven is namelijk beperkt tot tien tot vijftien centimeter. Met een slokdarmecho kunnen de dieper liggende structuren van het hart beter in beeld worden gebracht. Zie voor specifieke informatie: inwendige of slokdarmecho 

Echo met contrast
Soms is echocontrastvloeistof nodig om bepaalde structuren beter in beeld te krijgen. In dat geval brengen we een infuus aan in uw (onder)arm. Wanneer dit nodig, bespreekt degene die het onderzoek uitvoert dit met u. Via het infuus spuiten we het contrastmiddel in waardoor de beeldkwaliteit verbetert. Er zijn 2 soorten contrast die gebruikt worden.

Het eerste contrast dat gebruikt kan worden is geagiteerd zout. Hierbij wordt een klein beetje van uw eigen bloed, een klein beetje lucht en een beetje zout water gebruikt om belletjes te maken. Dit wordt vervolgens via het infuus ingespoten om te zien of er een verbinding bestaat tussen de rechter- en de linkerharthelft.

Het tweede contrast dat gebruikt kan worden is LV-contrast. Dit is een soort melkachtige substantie met kleine eiwitbolletjes. Als dit wordt ingespoten via het infuus, dan wordt de binnenkant van het hart wit op de echo. Op deze manier kunnen de contouren van het hart beter in beeld gebracht worden en kan een eventueel stolsel in het hart aan het licht komen.  

Wanneer krijgt u de uitslag?

Als de echolaborant alle opnames heeft gemaakt, moeten er daarna nog diverse metingen worden uitgevoerd. Dit doet de echolaborant achteraf op de computer. De echolaborant kan u dus niet direct de uitslag geven. De metingen en het verslag van de echolaborant worden nagekeken door een cardioloog die gespecialiseerd is in echocardiografie. Tevens zal deze de echo vergelijken met eventuele eerdere echo’s die u hebt gehad. U krijgt de uitslag van uw eigen cardioloog.

Behandelteam

De echo wordt over het algemeen gemaakt door een echolaborant. Soms komt het voor dat u een echolaborant in opleiding of een cardioloog in opleiding treft, die nog aan het leren is hoe een echo moet worden gemaakt. In dat geval kan het zijn dat er aan het eind van het onderzoek nog een tweede echolaborant of cardioloog bij komt om de kwaliteit van de echo te controleren en zo nodig nog extra opnames te maken.

Meer informatie

Hebt u ondanks het lezen van bovenstaande informatie nog vragen, dan kunt u terecht bij uw behandelend arts via de polikliniek van de afdeling Hartziekten.

Telefoonnummer 071-526 37 14

E-mailadres: hartpoli@lumc.nl

VIDEO’S